+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Deuteronomium
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 15 %
Deu. 6
6:1 Dit zijn de geboden 1), de inzettingen en de gebruiken 2)
die JHWH, uw god, geboden heeft
om u te leren om [die] te doen
in het land waarheen u zult overtrekken om dat erfelijk te bezitten
2 opdat u JHWH, uw god
vreest door 3) zijn inzettingen en zijn geboden te bewaren
die ik u gebied: uzelf, uw kind en kindskind, alle dagen van uw leven
opdat uw dagen verlengd worden. 4)
3 U moet [ernaar] horen 5), Israël
en [die] bewaren om [ze] te doen
opdat het u goed gaat en opdat u zeer talrijk wordt
zoals JHWH, de god van uw vaderen, tot u heeft gesproken
[met betrekking tot] een land dat van melk en honing overvloeit.

4
Hoor, Israël, JHWH is onze god, JHWH is één!

5
U zult dan JHWH, uw god, liefhebben
met uw hele hart en met uw hele ziel en met uw hele vermogen. 6)
6
En deze woorden, die ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn.
7
U zult ze [steeds] 7) voor uw kinderen herhalen en daarover 8) spreken
als u in uw huis zit of als u op weg gaat
als u gaat slapen of als u opstaat.
8
Ook zult u ze tot een teken binden op uw hand
en zij zullen u tot een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn
9
en u zult ze schrijven op de posten van uw huis en aan uw poorten.

20 Als je zoon je ooit vraagt 9)
Wat getuigen de voorschriften en de regels 10)
die JHWH onze god jullie geboden heeft?
21 dan moet je tegen je zoon zeggen:
Dienstknechten waren we van Farao in Egypte
maar JHWH heeft ons met sterke hand uit Egypte doen wegtrekken.
22
JHWH gaf voor onze ogen grootse en onheilspellende tekens en signalen
in Egypte, bij Farao en zijn hele hofhouding.
23
Maar ons heeft hij daarvandaan laten wegtrekken
om ons in het land te doen komen om het ons te geven, 11)
[het land] dat hij onze vaderen onder ede beloofd had.
24
JHWH heeft ons geboden al deze voorschriften ten uitvoer te brengen
JHWH onze god te vrezen
zodat het ons alle dagen goed gaat
en hij ons in leven houdt
zoals [het] op deze dag [het geval is].
25
Onze gerechtigheid moet daarin gelegen zijn 12)
dat wij er zorg voor dragen
dat we dit gehele gebod voor JHWH onze god ten uitvoer brengen
zoals hij ons geboden heeft.

11-8 vertaling door Piet van Midden
2Misjpat wordt vaak gebruikt in de zin van (bepaald niet vrijblijvend) `gebruik´.
3Dit is duidelijk geen finaal le, zoals bij lištah en la`asot in de voorafgaande tekst.
4Een vrijere vertaling: `opdat u een lang leven zult hebben´ is hier niet aan te raden vanwege het teruggrijpen op de `dagen´ in de vorige regel.
5Het perf. cons. grijpt niet direct terug op een imperatief. Daarom zie ik hier af van een imperatief, die je in veel vertalingen vindt; bovendien vind je die imp. wel in 6:4 en die komt zo ook beter uit als markering-punt.
6Ma´od, waarvan ook het adjectief me´od is afgeleid, is uitstekend met `vermogen´ weer te geven omdat het gaat om lichamelijke, geestelijke én financiële vermogens.
7De pi`elvorm benadrukt hier niet alleen maar onderstreept vooral het iteratieve karakter.
8Je kunt ook vertalen `met hen´.
920-25 vertaling door Evert van den Berg
10De Hebreeuwse tekst heeft letterlijk: wat [zijn] de getuigenissen en de voorschriften (vgl. ch-q-q, ingraveren) en de regels (vgl. sj-p-t, rechtspreken, `richten´)
11Lastig om zo te vertalen dat je dicht bij de tekst blijft. Het Hebreeuws heeft hier een samentrekking die in het Nederlands niet kan, omdat komen in het Hebreeuws geen voorzetsel nodig heeft en daarom het land in het Hebreeuws de eerste keer, bij (doen) komen, kan worden weggelaten.
12Of: `Gerechtigheid moet er voor ons in gelegen zijn dat ...´